Enige informatie over de Lakeland Terrier.

De Lakeland is een hoogbenige Terrier (max. 37 cm schouderhoogte), die oorspronkelijk gefokt is voor de jacht
 op de vos. Een Lakeland mits getraint kan 30 km gedreven worden, hij heeft een groot uithoudingsvermogen.
De Lakeland was nodig het hol van de vos in te gaan.
De Lakeland Terrier komt van oorsprong uit het Lake district in Engeland. Lakeland Terrier werden gedicteerd
door het werk dat van hem werd verwacht. Een goede werkhond was niet te groot, smal, hoog op de benen
 en moest behoorlijk luisteren. Er is een gezegde dat waar het hoofd van de Lakeland doorheen kan, ook zijn
 lichaam volgt. De fokkers legden zich er in het bijzonder op toe om honden te fokken met smalle fronten.
Bij de achtervolging van de vos tot in zijn hol moest de achtervolger wel smal zijn, anders zou hij zich immers
 zo vastlopen. Het Karakter van de Lakeland Terrier is moedig, waaks, levendig en vrolijk, vriendelijk tegenover
 mensen en vooral voor kinderen, en niet vechtlustig. Over het karakter van de Lakeland zegt Miss Morris,
 een Engelse fokster die het ras meer dan 40 jaar gefokt heeft: 'Ik denk dat de Lakeland de meest beminnelijke,
 ondeugendste en gezelligste onder de honden is'. In vroeger tijden, toen ze nog Fell Terriers waren,
 hebben zij zich moed en gezond verstand eigen gemaakt. Zij zoeken geen moeilijkheden
(welke Terrier die met lopende honden moet optrekken zou dan lang leven), maar komen voor
zichzelf op en bewaken wat eigen is. Hieronder valt ook hun menselijke familie. Doordat ze veelal in
 huis werden opgevoed (in tegenstelling tot de meute lopende honden) hebben zij een grote affectie
 voor de mensen ontwikkeld en vooral voor kinderen, waarin zij hun eigen tomeloze levensvreugde lijken
 te herkennen. Ze zijn erg gevoelig en kunnen, indien ze evenwichtig zijn opgevoed met slechts lichte
 stemverheffing onder appel gehouden worden. Zij zullen misschien uw tuin omspitten en vrolijke en
 lieve vriend zoekt, kies dan voor een Lakeland.

Ras Standaard
Algemene verschijning: Levendige, krachtige werker, evenwichtig en compact.
Karakteristieken: Vrolijk, onbevreesd gedrag, scherpzinnige uitdrukking, vlot in bewegingen.
Temperament: Vrijmoedig, vriendelijk en zelfverzekerd.
Hoofd en schedel: Goed evenredig, schedel vlak en verfijnd. De kaken krachtig en de snuit breed maar niet te lang.
 Lengte van het hoofd : de afstand van neuspunt tot stop mag niet groter zijn dan de afstand van stop tot achterhoofdsknobbel.
 Neus zwart, behalve bij leverkleurige honden.
Ogen: Donker of hazelnootkleurig.
Oren: V-vormig en vief gedragen.
Gebit: Tanden regelmatig met een perfect sluitend scharend gebit.
Hals: Gestrekt en licht gebogen.
Voorhand: Schouders goed naar achteren gelegen. Voorbenen recht met goede beenderen.
Lichaam: Borst tamelijk vlak. Sterke rug, matig kort, maar compact.
Achterhand: Sterk gespierd, dijen lang en krachtig.
Voeten: Klein en compact.
Staart: Goede aanzet, vrolijk gedragen.
Gangwerk: Voor- en achterbenen bewegen recht vooruit, met goede stuwing.
Vacht: Dicht, hard en waterdicht.moet minstens 2 keer per jaar getrimd worden.Hij verhaart niet.
Kleur: Black and tan, blue and tan, rood, tarwe, rood-grijs, lever, blauw of zwart.
 Kleine witte aftekeningen aan voet en of borst minder gewenst maar toelaatbaar.
Gewicht en Maat: Gemiddeld gewicht: reuen 7,7 kg. teven 6,8 kg. Ideale schofthoogte 37 cm.